maandag 26 juli 2010

Architecten en hun bouwteampartners moeten dezelfde taal leren spreken

Toren van Babel, Breughel
Kunsthistorisches Museum, Wien
Waarom?

Omdat een architect met steeds complexere projecten te maken krijgt. Hij heeft dan veel aan de kennis uit andere disciplines. Neem nu bijvoorbeeld de installatietechniek. Deze techniek is zó in ontwikkeling. Maar ook steeds eerder in het ontwerpproces nodig. Prof. Zeiler (TU Eindhoven) noemt het in zijn artikel ‘Het verschil tussen samen werken en samenwerken’ (http://www.stork.com/Downloads/Corporate/SAW/SAW_2004_2_NL.pdf ).

Hij zegt dat er verschil is in de gedachtewereld tussen architect en installateur. De eerste is academisch en de tweede is pragmatisch. Beslissingen worden vaak in de conceptuele fase genomen, door de architect. Hierbij wordt de installatietechniek steeds belangrijker. Partijen moeten onderling begrip krijgen, zegt hij. Door het ontwikkelen van dynamischer, procesgericht denken. Met andere woorden: ’ze moeten elkaars taal leren spreken’.

Er is wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de processen rond integraal ontwerpen. Maar hoe gaat dat nu in de praktijk? Emile Quanjel, promovendus op dit onderwerp, toetst zijn ontwikkelde methode in de vorm van workshops. Hij zet daarvoor architecten, installateurs en dakspecialisten bij elkaar in ontwerpteams. Zij krijgen dan ontwerpopdrachten die ze gezamenlijk moeten uitwerken (http://www.dakweb.nl/roofs/2009-11/Roofs11-09-integraalontwerpen.pdf).

Ik ben twee keer bij zijn workshops aanwezig geweest en vond het erg boeiend. Maar ik ben ook benieuwd hoe een deelnemende architect er tegenaan kijkt en vroeg het aan één van hen. Eddo Carels (http://www.caasarchitecten.nl/ ), één van de deelnemers, is enthousiast over de methode van Emile. ‘Iedere partij moest op zijn eigen manier inzichtelijk maken wat het probleem is. Zo werden alle aspecten van het probleem belicht en kwamen partijen dichter bij elkaar’ vertelt Eddo. Hij vond de situatie herkenbaar en kon het direct toepassen bij een lopend renovatieproject. Een week later zat hij namelijk met de opdrachtgever en een duurzaambouwen-adviseur aan tafel.

Heb je zelf voorbeelden van ‘elkaars taal’ leren spreken? Of wil je jouw mening geven? Reageer dan op dit artikel.


dinsdag 13 juli 2010

Architecten en opdrachtgevers denken over veel dingen hetzelfde

Deze stelling komt niet uit de lucht vallen. Ook al zou je denken dat opdrachtgevers en architecten ver uit elkaar staan, omdat zij niet hetzelfde belang hebben. Een architect wil vaak bijzondere, mooie dingen maken. Opdrachtgevers hebben daar niet altijd budget voor. Of ze hebben andere belangen, zoals beleid, politiek, snel resultaat behalen of goedkoop inkopen.


Architectennetwerk Anet organiseert dit jaar debatten met opdrachtgevers bij Arcam, architectuurcentrum van Amsterdam (8 en 21 september 2010, zie agenda op http://www.arcam.nl/ ). Vorig jaar organiseerden zij iets soortgelijks bij het ABC Architectuurcentrum in Haarlem. Toen maakten deze debatten deel uit van de tentoonstelling ‘Anet werkt!’. De architecten van Anet hebben hier een leuk boekje van gemaakt, waarin ze onder andere de inzichten delen die zij uit de debatten hebben opgedaan. Dit boekje is te downloaden van hun website http://www.anet.nu/ (onder de rode knop ‘Anet werkt!’, rechtsboven).

Ik was bij de debatten met de opdrachtgevers (2 woningcorporaties, een Gemeente, MAB Development en het ProjectManagementbureau Amsterdam) en ik wil graag de inzichten uit deze debatten met jullie delen. Voor mij was het een ‘eyeopener’, dat de opdrachtgevers en de architecten over zoveel dingen hetzelfde denken!

Een samenvatting van één van de vijf debatten:

'Selecteer architecten waarmee je goed kan samenwerken. Die bij de opdracht passen en niet op conceptuele basis. Architect moet vooral uitgaan van wat mensen willen. En niet alleen wat de locatie verlangt. Architect moet probleem oplossen waar de opdrachtgever mee zit.'

Verkregen inzichten van hetgeen opdrachtgevers willen en belangrijk vinden:

• Beeldkwaliteitplan beïnvloedt architectenkeuze.
• Opdrachtgever helpen problemen oplossen.
• Horizon scherp stellen.
• Creativiteit moet erin blijven.
• Architecten vroeg inschakelen bij visievorming en conceptontwikkeling.
• Opdrachtgever en architect moeten elkaar vinden in taken en verantwoordelijkheden.
• Architectenkeuze moeilijk te objectiveren.
• Voordat opdracht wordt verstrekt de rollen goed verdelen.
• Strategie in plaats van beeld architectuur.
• Continuïteit van bemensing.
• Niet voor één gebruiker, maar voor meerdere generaties gebruikers.

Nieuwsgierig geworden? Lees dan het hoofdstuk ‘Anet ontwerpt speciaal voor u’ in het boekje ‘Anet werkt!’